Uit Lachesism (zomer 2017)

Toen ik voor  het allerlaatst het gras zou overlopen
Werd elke halm een poolstok
waarmee ik mijlen verder sprong
werelden uit.

Ik zag opgelucht hoe makkelijk ik te missen was.
het lege hart van de stad, dan niets
en altijd minder erg. Toen werd ik een kind
En voelde zelfmoord wat als weglopen van huis.

Ik ging dood en toen ik terugkwam had moeder
in de keuken niet eens gemerkt hoe weg ik was geweest.
Ik hoefde haar niet eens te troosten. Het is niet erg
We hebben allemaal wel eens wat sterven nodig.

Later waren er dagen die zo verkleefd
en vastgekoekt zaten in de week
dat er best iets mocht ontploffen
(het tramstel voor me of het mijne)
al was het maar om alles even los te weken.

Ik moest maar weer eens iets gaan overleven

Plaats een reactie