1
In het eerste bedrijf van de liefde
Leg je handen als een bord op tafel
om met hongerogen en een lege koffie kop
haar verlangend de warmte van het lijf te kijken
onder borsten kloppen moederharten
levenslang al wiegeliedjes, sussend
in de bloedende buik, waar kinderen
op de tong liggen als ongestelde vragen
In de schelp van je oor zal stilte
weerkaatsen tot ze zingt als de zee
De melk uit je skelet kussend, zal ze
spieren wakker strelen tot je ze draagt
2
Je had haar nooit kunnen vermoeden
Zo grenzeloos naakt als ze daar
In het water stond over te lopen:
Een golf die even het water
een lichaam gaf en weer verdween
Geen prent uit een schoolboek
over het paradijs had je ooit
in haar doen geloven, niet
Zolang je hier gestrand haar niet mocht
Bezeilen, als een honingzoet land
Nu zou je haar belijden in de verboden
Fonemen van haar ademhaling
De reflexen die in de geoliede machine
van haar huid een nieuw getijde maken
een hondsdolle dans met de maan
3
op ochtenden waarin koele klaarte
uit het gras doorheen je spieren stroomt
als frisse slokken lucht voor een hete dag
zal ze je vertellen dat je een drenkeling was
die zich in de nacht van de Venusovergang
had bezat aan honderden wensen uit flessen
het zal je duizelen
je zal je de zee herinneren die al haar wanhoop
als een potvis op de kade spuwde
onverteerbaar, zelfs voor een geoefende gal
ze zal het buitenzinnige bezinksel in je ogen
lezen als het koffiedik in de kom van de maan
ze zal het niet herkennen
ze zal je strak gespannen verlangen
met een onweerstaanbaar zachte omhelzing
van tafel vegen als een slecht argument
haar rug aanschouwend, kan je enkel denken
hoe haar hoogtelijnen elke middelmatigheid provoceren